Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BJ7578

Datum uitspraak2009-07-08
Datum gepubliceerd2009-09-17
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank Maastricht
Zaaknummers03/700191-09
Statusgepubliceerd


Indicatie

Promis vonnis - inhoudsindicatie: Verdachte heeft in een zeer korte periode met een aantal kompanen in steeds wisselende samenstelling in Midden- en Zuid-Limburg een groot aantal inbraken gepleegd


Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT Sector strafrecht parketnummer: 03/700191-09 vonnis van de meervoudige kamer d.d. 8 juli 2009 in de strafzaak tegen Naam verdachte, geboren te Geboortegegevens verdachte, wonende te adresgegevens verdachte. Raadsman is mr G.J. Lemmen, advocaat te Heythuysen. 1 Onderzoek van de zaak De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 24 juni 2009, waarbij de officier van justitie, de verdediging en de verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. 2 De tenlastelegging De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte: Feit 1 primair en subsidiair: (opzettelijk) een LCD-TV, een laptop, een IPod en een computer heeft geheeld; Feit 2 primair: geprobeerd heeft een woninginbraak te plegen, gevolgd door bedreiging met geweld; Feit 2 subsidiair: een ander heeft bedreigd. 3 De beoordeling van het bewijs 3.1 Het standpunt van de officier van justitie De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 2 primair ten laste gelegde feit en tot bewezen verklaring van de onder 1 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten. 3.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft eveneens vrijspraak van het onder 2 primair ten laste gelegde feit en bewezenverklaring van de onder 1 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten bepleit. 3.3 Het oordeel van de rechtbank De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat het onder 2 primair ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard. De verdachte moet daarom van dat feit worden vrijgesproken. Evenals de officier van justitie en de verdediging acht de rechtbank de onder 1 primair en 2 subsidiair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, gelet op: - De bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting. - De aangifte van diefstal door [H.] van de door verdachte geheelde goederen, die onder 1 ten laste zijn gelegd. - De aangifte van bedreiging door [naam slachtoffer] op 8 maart 2009. 3.1 De bewezenverklaring De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte: 1 primair. hij in de periode van 24 februari 2009 tot en met 30 maart 2009 in de gemeente Roermond LCD tv's en een laptop en een IPod en een computer voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die LCD tv's en laptop en IPod en computer wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof; 2 subsidiair. hij op 8 maart 2009 te Haelen, in de gemeente Leudal, [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [naam slachtoffer] de woorden toegevoegd: "Ik steek je neer" en "Ik steek je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking. De rechtbank acht niet bewezen wat meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. 4 De strafbaarheid Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op: feit 1 primair: opzetheling; feit 2 subsidiair: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit. 5 De strafoplegging 5.1 De vordering van de officier van justitie De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden. 5.2 Het standpunt van de verdediging De raadsman heeft oplegging van een gevangenisstraf gelijk aan de duur van het voorarrest bepleit. 5.3 Het oordeel van de rechtbank Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is ge¬komen. Naar het oordeel van de rechtbank kan voor de bewezenverklaarde feiten geen andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd. Voor een andere straf zijn deze feiten te ernstig. Voor wat de hoogte van de op te leggen gevangenisstraf betreft, is de rechtbank met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat, gelet op de persoon van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden, het thans niet meer opportuun is om verdachte een langere gevangenisstraf op te leggen dan de tijd die hij reeds in voorlopige hechtenis en in verzekering heeft doorgebracht. Zij zal hem daarom een gevangenisstraf voor de duur van 88 dagen opleggen. 6 De wettelijke voorschriften De beslissing berust op de artikelen 57, 285 en 416 van het Wetboek van Strafrecht. 7 De beslissing De rechtbank: Vrijspraak - spreekt verdachte vrij van het onder 2 primair tenlastegelegde feit; Bewezenverklaring - verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 3.4 is omschreven; - spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd; Strafbaarheid - verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven; - verklaart verdachte strafbaar; Straffen - veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 88 dagen; bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf; Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Hazen, voorzitter, mr. E.W.A. van den Berg en mr. R.A.M.M. Gijselaers, rechters, in tegenwoordigheid van J.M.A. Haanen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 juli 2009. BIJLAGE I: De tenlastelegging Aan de verdachte is ten laste gelegd dat 1. hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2009 tot en met 30 maart 2009 in de gemeente Roermond, in elk geval in Nederland, een of meer LCD tv's en/of een laptop en/of een IPod en/of een computer heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die LCD tv's en/of laptop en/of IPod en/of computer wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;(zaak 4) subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij in of omstreeks de periode van 24 februari 2009 tot en met 30 maart 2009 in de gemeente Roermond, in elk geval in Nederland, een of meer LCD tv's en/of een laptop en/of een IPod en/of een computer heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die LCD tv's en/of laptop en/of IPod en/of computer redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof; 2. hij op of omstreeks 8 maart 2009 te Haelen, in de gemeente Leudal, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit een aan de [K-straat] gelegen woning met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen goederen en/of geld, geheel of ten dele toebehorende aan [naam slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), een of meer kozijnscharnieren van die woning hebben/heeft verbroken en/of geforceerd, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) een mes hebben/heeft getrokken en/of aan die [naam slachtoffer] hebben/heeft getoond en/of (vervolgens) tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "ik steek je neer" en/of "ik steek je dood", in elk geval woorden van gelijke dreigende aard of strekking; (zaak 18) subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat: hij op of omstreeks 8 maart 2009 te Haelen, in de gemeente Leudal, [naam slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [naam slachtoffer] een mes, in elk geval een op een mes gelijkend voorwerp, getoond en/of (daarbij) deze dreigend de woorden toegevoegd: "Ik steek je neer" en/of "Ik steek je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.